De belangrijkste wijzigingen in loonbelasting, inkomstenbelasting en autobelastingen in 2022

De Eerste Kamer heeft op 21 december 2021 ingestemd met het Belastingplan 2022. Wat wijzigt er met betrekking tot de inkomsten-,  loon- en autobelastingen?

Binnen de inkomsten- en loonbelasting vinden per 1 januari 2022 diverse wijzigingen plaats op het gebied van tarieven, heffingskortingen en aftrekposten.

Wat betreft de loonbelasting is er de volgende wijziging:

Gerichte vrijstelling vergoeding thuiswerkkosten

Per 1 januari 2022 wordt een gerichte vrijstelling voor het vergoeden van thuiswerkkosten geïntroduceerd van € 2 per dag als een werknemer geheel of gedeeltelijk thuiswerkt. Werkgevers en werknemers kunnen afspraken maken over het aantal dagen waarop de werknemer thuis zal werken. Op basis hiervan kan de werkgever een vaste vergoeding toekennen. De vaste vergoeding hoef niet te worden aangepast als incidenteel op een thuiswerkdag toch op kantoor
wordt gewerkt, of andersom. Dit volgt uit de 128-dagenregeling.

Thuiswerkvergoeding of reiskostenvergoeding

Sommige werknemers zullen een deel van de dag thuiswerken en het andere deel op kantoor. Voor deze dag kan de werkgever een onbelaste reiskostenvergoeding geven of de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding. Beide vergoedingen onbelast geven op één dag kan niet. Dit geldt ook voor andere situaties waarbij op kosten van de werkgever wordt gereisd naar de vaste werkplek, bijvoorbeeld kantoor. Zoals met een auto van de zaak, fiets van de zaak, OV-abonnement of OV-chipkaart. Als een werknemer een deel van de dag thuiswerkt en diezelfde dag ook een zakelijke rit maakt, anders dan naar de vaste werkplek, kan de werkgever zowel de reis- en thuiswerkkosten onbelast vergoeden. De gerichte vrijstelling vergoeding thuiswerkkosten komt naast de al bestaande gerichte vrijstellingen voor het onbelast vergoeden en verstrekken van, onder andere, noodzakelijke ICT-middelen en arbovoorzieningen.

Aanpassing cap en korting in bijtelling EV

Wat betreft de autobelastingen wijzigt er het volgende met betrekking tot de bijtelling:

De catalogusprijs waarover korting in de bijtelling voor emissievrije personenauto’s van toepassing is (cap) wordt in 2022 verlaagd van € 40.000 naar € 35.000. De korting voor emissievrije personenauto’s op het normale bijtellingspercentage gaat van 10% naar 6%. Het normale bijtellingspercentage is 22%, waarmee de bijtelling tot de cap voor emissievrije personenauto’s in 2022 uitkomt op 16%. De korting op de bijtelling over 2022 is daardoor maximaal € 2.100. De korting op het normale bijtellingspercentage en  de cap voor emissievrije personenauto’s zullen de  komende jaren verder worden afgebouwd.

Vrijwilligersvergoeding 2022

De maximum vergoeding voor vrijwilligers per jaar blijft in 2022 1.800 euro per jaar, 180 euro per maand.

Wat betreft de inkomstenbelasting zijn er de volgende wijzigingen:

Basistarief inkomstenbelasting omlaag in 2022

In 2022 wordt het basistarief van 37,10% voor het inkomen tot en met € 69.398 verlaagd met 0,03 procentpunt naar 37,07%. Het toptarief wijzigt niet en blijft 49,50%. In 2022 geldt voor AOW-gerechtigden met een inkomen tot en met € 35.472 (of € 36.409 voor mensen geboren voor 1946) een gecombineerd tarief van 19,17% omdat zij niet premieplichtig zijn voor de Algemene Ouderdomswet (AOW).

Algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting (AHK) stijgt in 2022 met € 51 tot € 2.888 voor inkomens tot € 21.317. De AHK bouwt af tussen € 21.317 en € 69.398, waardoor alleen inkomens onder de € 69.398 profteren van de verhoging van de AHK. AOW-gerechtigden hebben geen recht op de volledige verhoging van het maximumbedrag van de AHK, omdat zij niet premieplichtig zijn voor de AOW. Voor hen stijgt de maximale algemene heffingskorting met € 25.

Arbeidskorting

De arbeidskorting wordt met maximaal € 212 verhoogd voor alle werkenden met een arbeidsinkomen tussen de €36.649 en €109.345. De arbeidskorting wordt in drie verschillende stappen opgebouwd en vervolgens weer afgebouwd. Het afbouwpercentage wordt verlaagd van 6,00% naar 5,86%.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

In 2022 gaat de maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) met € 281 omlaag naar € 2.534. Dit raakt ouders met een kind jonger dan 12 jaar en een inkomen hoger dan € 27.350 die alleenstaand zijn of minder verdienen dan hun partner. Hier staat tegenover dat het betaald ouderschapsverlof wordt verruimd.

Uitzondering fiscaal partnerbegrip voor toepassing IACK

Belastingplichtigen met een kind onder de 12 jaar kunnen, als zij voldoen aan bepaalde voorwaarden, korting krijgen op hun inkomen via de IACK. Daardoor is de belastingplichtige minder inkomstenbelasting verschuldigd. Eén van de voorwaarden is dat zij geen fiscaal partner hebben of de minstverdienende fiscaal partner zijn. Door een uitzondering op het begrip fiscaal partner wordt een partner in het buitenland niet altijd als fiscaal partner gezien. Daardoor kunnen bepaalde belastingplichtigen met een partner in het buitenland, toch recht hebben op de IACK ook al zijn zij de meestverdienende partner. Denk hierbij aan  grenswerkers uit Duitsland en België of flexwerkers uit de andere lidstaten van de EU. Dit is niet de bedoeling. Om deze onbedoelde toekenning van de IACK te voorkomen wordt de IACK-wetgeving aangepast. Met ingang van 1 januari 2022 geldt de uitzondering op het begrip fiscaal partner niet voor toepassing van de IACK.

Tarief aftrekposten

Het tarief voor aftrekposten daalt in 2022 naar 40 procent (was 43 procent). Dit betekent dat iedereen met een inkomen in de tweede schijf (hoger dan € 69.398) minder voordeel heef van het deel van verschillende aftrekposten dat valt in de tweede schijf. Hierbij gaat het onder meer om de  hypotheekrenteaftrek, de zelfstandigenaftrek en de persoonsgebonden aftrekposten.

Zelfstandigenaftrek

Per 1 januari 2022 wordt de zelfstandigenaftrek verlaagd van € 6.670 naar € 6.310 en deze wordt de komende jaren stapsgewijs afgebouwd tot € 3.240 in 2036.

Tarieven box 3 (belastbaar inkomen uit spaar- en belegd vermogen)

Het heffingsvrije vermogen wordt per 1 januari 2022 verhoogd van € 50.000 naar € 50.650 (en € 101.300 voor fiscaal partners). De schijfgrenzen worden aangepast en het forfaitaire rendement wordt bijgewerkt aan de hand van de recente gemiddeld behaalde rendementen op sparen en beleggen. Het rendement over sparen (rendementsklasse I) daalt van 0,03% naar -/- 0,01% en het rendement over beleggingen (rendementsklasse II) daalt van 5,69% naar 5,53%. Het belastingtarief op het inkomen uit sparen en beleggen blijf 31%. De uitkomsten voor het rendement in de vermogensschijven zijn weergegeven in de onderstaande tabel.

Het hogere heffingsvrije vermogen heeft geen gevolgen voor vermogenstoetsen van inkomensafhankelijke regelingen zoals toeslagen.

Box 3 in 2022 Schijf 1: van € 0 tot en met € 50.650 Schijf 2: van € 50.650 tot en met € 962.350 Schijf 3: meer dan
€ 962.350
Weging rendementsklasse I (-0,01%) 67% 21% 0%
Weging rendementsklasse II (5,53%) 33% 79% 100%
Rendement per schijf in 2022  1,82% 4,37% 5,53%

https://www.accountancyvanmorgen.nl/2021/12/29/de-belangrijkste-wijzigingen-in-loonbelasting-inkomstenbelasting-en-autobelastingen-in-2022/